Vitamines zijn niet alleen maar goed voor u. Van sommige vitamines kan een mens een vergiftiging oplopen, mits die vitamine in exorbitant grote hoeveelheden genuttigd wordt. Dat ondervonden in januari 1969 elf van de twaalf bemanningsleden van een Hollandse vissersboot.
Zij aten de gebakken lever van een zojuist voor de Noorse kust gevangen heilbot en daarmee lepelden ze elk genoeg vitamine A naar binnen om goed ziek te worden. Nummer twaalf hield niet van lever en was zodoende – gezond en wel – getuige van een vreemd schouwspel; zijn maten kregen een rode, gezwollen huid en de volgende dag hing die er in lappen bij.
Dat een mens van een overdosis vitamine A en D wel ziek kan worden en van veel vitamine C niet, komt doordat de vitamines A en D in vet oplosbaar zijn en zo met het vet in ons lichaam kunnen worden opgeslagen. De lever is een goede bergplaats; hij kan een voorraad vitamine A voor twee jaar aanleggen. Vitamine C is in tegenstelling tot A en D in water oplosbaar en een teveel daarvan wordt door ons lichaam uitgescheiden via de urine. Eigenlijk kunnen we van vitamine C dus geen overdosis krijgen.
Voor vitamine A geldt een dosis van achthonderdduizend I.E. (Internationale Eenheden) als gevaarlijk. Een van de Hollandse vissers had wel dertig miljoen I.E. vitamine A naar binnen gewerkt, het equivalent van tweeduizend multi-vitaminetabletten. Een overdosis vitamine A kan ook leiden tot vermoeidheid, duizeligheid, zware hoofdpijn, misselijkheid, een vergrote lever en een abnormale haargroei. Een tekort resulteert in (nacht)blindheid en ongezonde botten en tanden.
Vitamine A (1922) werd na de C (1896) ontdekt door twee onderzoekers, onafhankelijk van elkaar. De belangrijkste leverancier van vitamine A is caroteen, een geel kleurende stof, die in grote hoeveelheden in peen (Daucus carota) voorkomt. Caroteen wordt ook wel provitamine A genoemd, omdat het in feite een voorstadium van die vitamine is. In onze darmwand wordt caroteen omgezet in vitamine A. Caroteen komt ook samen met chlorofyl in bladgroen voor. Behalve in oranje en gele zit het dus ook in groene groenten en fruit. Hoe donkerder groen de groente, hoe meer caroteen, dus hoe meer – potentiële – vitamine A. Rode bieten en witlof bevatten geen caroteen en zijn voor een vitamine A-rijk dieet dus niet interessant. Abrikozen, boerenkool, perziken en pompoenen wel.
En melk en lever – de belangrijkste leveranciers van vitamine A in onze kinderjaren. Omdat vitamine A oplost in vet, wordt hij ook met de (moeder)melk meegegeven. Vrouwen die de borst geven kunnen zo vrij gemakkelijk een tekort aan vitamine A oplopen. Tot in de jaren zeventig was het gebruikelijk om dat tekort aan te vullen door middel van levertraan, dat uit de lever van kabeljauw gewonnen wordt.
- 200 gram bloem
- 0,5 eetlepel zout
- 125 gram margarine
- 3 eetlepels koud water
- 1000 gr pompoen
- 2 eieren
- 200 gram suiker
- 0,5 eetlepel kaneel
- 1,5 eetlepel bloem
- 0,5 deciliter room
- 1 mespunt gemberpoeder
- 1 mespunt kruidnagel
- 1 mespunt nootmuskaat
-
Roer bloem en zout door elkaar. Snijd de margarine met twee messen door de bloem in kleine stukjes en voeg er drie eetlepels koud water aan toe. Kneed dit alles tot een soepel deeg en laat het een half uur in de koelkast rusten. Schil een pompoen en pluk de pitten en de zaadstrengen eruit. Snij de pompoen in brokken en kook ze in een halve deciliter water gaar. Pureer de pompoen en laat de puree afkoelen. Klop in een kom de eieren en voeg daaraan toe de afgekoelde puree, suiker, kaneel, bloem, room en gemberpoeder, kruidnagel en nootmuskaat.
-
Rol het deeg uit tot een ronde lap en bekleed er een ingevette vlaaivorm van 28 cm mee. Prik er een paar gaatjes in en bak hen 10 minuten blind (met een vulling van oude bonen of speciale bakknikkers) in een voorverwarmde oven van 225 graden. Verwijder de blinde vulling en schep de pompoenpuree op de bodem. Bak de taart vervolgens nog drie kwartier op 150 graden. Laat de taart afkoelen.
Niet in uw eentje opeten.