Veganisten en vegetariërs

Veganisten zijn geen vegetariërs. Dat wisten we wel, maar waarom schreven we dan op 5 februari j.l. dat l’Hirondelle, de speciale kaas van kaasmakerij De Zwaluw, geschikt zou zijn voor veganisten? Die eten helemáál geen kaas! Daarom bij deze onze welgemeende excuses voor deze domme verschrijving en een uitleg over wat nu wat is onder de niet-vleeseters, als boetedoening.

Om met de meest extreme te beginnen: de veganisten. Zij gebruiken helemaal geen producten die van dieren afkomstig zijn. Het maakt hen niet uit of het dier gedood is, dan wel ten bate van de mens gehouden wordt om zijn wol, honing of melk. Veganisten dragen dan ook meestal geen zijden of leren kleding en ze eten geen honing, gelatine of melkproducten.

De tweede groep, die nu meestal doorgaat voor vegetariërs, word ook wel lacto-vegetariërs genoemd, naar het Latijnse lac, dat melk betekent. Zij eten alles waarvoor geen dieren gedood hoeven te worden. Ze gebruiken dus wel melkproducten, maar geen gewone kaas, omdat het stremsel daarin afkomstig is uit de lebmaag van een nuchter kalf. Voor hen is de l’Hirondelle dus uitermate geschikt. De ovo-lacto-vegetariërs eten daarnaast ook nog eieren.

Dan is er nog een groep die aangeduid zouden kunnen worden als parttime vegetariërs of vleesverlaters. Zij proberen bewust minder vlees te eten door een paar dagen per week iets vegetarisch op tafel te zetten. Vooral deze groep blijkt vaak naar de zogenaamde vleesvervangers te grijpen, de groenten-, soja- en andere burgers, gehakt van paddestoelen of producten van sojabonen, als tempé en tofu. Van dat laatste zijn inmiddels ook allerlei varianten op de markt: gerookt; voorgebakken; gekruid of gehakt. Een lezer uit Nijmegen tikte ons hierover laatst op de vingers. Tofu afschilderen als vleesvervanger! Dat was hetzelfde als vitaminepillen uitmaken voor fruitvervanger. Deze rubriek is helaas niet lang genoeg (meer) om een taalfilosofische verhandeling op te zetten over wanneer men iets een vervanger van iets anders noemt. Maar de lezer was ook de kwaadste niet en gaf een heel aardig Chinees recept voor tofu, dat we helaas niet konden uitproberen; het bevat varkensgehakt en dit personeelslid van de Volkskeuken rekent zich tot de categorie pesco-vegetariërs. Dat zoveel wil zeggen als ‘geen vlees, wel vis’.

Ook Japanners weten tofu op waarde te schatten, zoals blijkt uit het volgende recept voor wakamegohan.

Wakamegohan


Bijgerecht van rijst met zeewier en tofu.

Gang: bijgerecht
Keuken: Japans
Porties: 4
Ingrediënten
  • 3 koppen langkorrelige witte rijst
  • 10 gram wakame
  • 1 blok tofu
  • 2 eetlepels sake
  • 1 eetlepel sojasaus
  • 1 eetlepel suiker
  • 1 snuf zout
Bereiding
  1. Was de rijst en laat die goed uitlekken. Week de wakame in 3 koppen water, vis het wier er vervolgens weer uit en snij het in 1 cm brede stukken.

    Snij de tofu in fijne reepjes. Breng rijst, water, sake, sojasaus, suiker en beetje zout aan de kook. Meng de wakame en de tofu erdoor en kook de rijst mizudaki. Dit betekent dat je de rijst de eerste 2 minuten op hoog vuur doorkookt, 5 minuten op een matig vuur en dan nog 5 minuten op laag vuur.

    Vervolgens doe je het vuur uit en laat je de rijst met het deksel op de pan 15 tot 20 minuten staan. Til dan voorzichtig het deksel op en veeg de waterdruppels aan de binnenkant weg.

    Je kunt de rijst nu losmaken, overdoen in een serveerschaal en tot gebruik afdekken met een droge doek.

Deze tekst is in februari 2001 gepubliceerd in de Volkskrant