Ik zag een huttenkolonie in het Vierhoutensche bosch, en ik heb nu nog maar een ideaal, mijn leven door te brengen in zoo’n hut, in dat bosch.
Dit noteert Frederik van Eeden op 5 juni 1987 in zijn dagboek. Hij zou nog tot 5 augustus 1989 moeten wachten voordat zijn ideaal werkelijkheid wordt. Op die dag betrekt hij zijn hut op Walden, de door hem en een aantal gelijkgestemden opgerichte anarchistisch-communistische leef- en werkgemeenschap. Die naam ontleenden zij aan Walden or life in the woods, van D.H. Thoreau, een verslag van diens vrijwillige, tweejarige verblijf in een boshut bij het vennetje Walden in Noord-Amerika.
Walden bestond inderdaad uit een aantal eenvoudige hutten rond een villa, die ‘Het groote huis’ genoemd werd. Gedurende haar bestaan van 1898 tot 1907 telde de kolonie gemiddeld zo’n 20 volwassen bewoners en 20 kinderen. Het verloop was groot. Soms vertrokken kolonisten al snel weer omdat ze zich verkeken hadden op het leven in een leefgemeenschap als Walden, soms omdat ze iets gelijk soortigs voor zichzelf wilden beginnen, maar meestal door onenigheid over het werk of de te varen koers
De meeste kolonisten waren idealisten, en in het geheel niet geschoold in handenarbeid. Al doende leerden ze zich bezig te houden met land- en tuinbouw, bijenteelt, veeteelt, het bakken van brood en sportbeschuit, timmerwerk en de administratie. Alle geproduceerde goederen waren voor eigen gebruik of werden aan coöperatieve winkels verkocht, dan wel door de bewoners zelf ‘met de kar uitgevent’. Omdat het werk lang niet altijd goed gebeurde, schakelde men na een aantal jaren over op het aantrekken van kolonisten met vakkennis waaraan de kolonie behoefte had.
Toch werd er weinig geproduceerd; de grond waarop groenten en graan verbouwd werden was arm en de hypotheeklasten waren hoog. De bakkerij was het enige onderdeel dat vrijwel onafgebroken goed functioneerde. Hij draaide zo goed dat de verliezen uit de tuinbouw ermee opgevangen konden worden. Evengoed moest Van Eeden zelf regelmatig financieel bijspringen om de kolonie op poten te houden. Toen in april 1907 zijn winkelcoöperatie ‘De Eendracht’ failliet ging, zat Van Eeden zelf financieel aan de grond en volgde het faillissement van Walden een paar maanden later, op 25 oktober 1907.
- 1000 gram aardappelen
- 600 gram worteltjes
- 1 scheutje melk
- 50 gram boter
- nootmuskaat
- peper
- zout
- 2 eetlepels honing
- 100 gram grofgehakte, gemengde noten
- 100 gram geraspte kaas
-
Kook de aardappelen gaar en pureer ze.
-
Halveer de worteltjes en kook ze in 10 minuten beetgaar.
-
Klop de eieren los met een scheutje melk en roer dit met de boter door de warme aardappelpuree. Breng op smaak met nootmuskaat, peper en zout.
-
Vet een ovenschotel in en leg hierin een bodem van aardappelpuree met daarop de worteltjes. Verdeel hierover de honing en bedek de schotel met grofgehakte, gemengde noten en geraspte kaas.
-
Verwarm de oven voor op 200 graden.
-
Plaats de schotel 15 minuten in de oven.
Voor een bruin korstje even onder de grill kan, maar is niet noodzakelijk.