De snelkookpan, of hogedrukpan, werd al in 1679 uitgevonden. De eerste pannen waren groot en log. Pas in 1937 kwam een pan op de markt die bedoeld was voor gebruik in de keuken.
In het kader van klimaatvriendelijk koken, heb ik de snelkookpan (her)ontdekt. Kookte ik vroeger alleen bonen en aardappelen in de pan, momenteel experimenteer ik met andere gerechten en producten.
Wat is een snelkookpan?
Een snelkookpan is een pan met een rubberen ring in het deksel, die luchtdicht kan worden gesloten. In het deksel zit een klep waardoor overdruk kan ontsnappen. Het deksel zit vast met een klem of een bajonetsluiting. Doordat de druk in de pan hoger wordt, wordt de kooktijd verkort. Dat gaat via de natuurkundige vergelijking P=V*T.
P is de druk, V is het volume en T is de tijd. Als je nu de druk (P) verhoogt wordt de kooktemperatuur hoger, want het volume binnenin de pan blijft gelijk. De temperatuur kan oplopen tot 120 graden C. Als de temperatuur hoger is, gaart voedsel sneller. En de vitaminen zouden beter bewaard blijven.
Stelregel is dat voedsel ongeveer 4 maal zo snel gaart. Nu kost het onder druk komen van de pan natuurlijk ook tijd, dus denk niet dat je slechts een kwart energie gebruikt. Daarom is het gebruik van een snelkookpan niet aan te raden voor voedsel wat slechts kort moet garen. Gebruik ook geen onnodig grote snelkookpan. Ik heb er 1 van 4,5 liter en dat is voor een huishouden van 2-4 personen meestal voldoende.
In een snelkookpan heb je maar weinig water nodig. Dat is een andere reden waarom koken in de snelkookpan sneller gaat. Zeker uit de moderne snelkookpannen ontsnapt maar weinig water tijdens het koken. Uit de pan die ik nu gebruik komt geen stoom meer op het moment dat hij onder druk is. Heb ik geen andere pannen op de kookplaat staan, dan kan de afzuigkap ook meteen uit!
Appelmoes
Wat ik de afgelopen tijd heb gedaan, is het maken van appelmoes. Niet van ‘moesappels’, zoals Reinetten vaak genoemd worden, maar van appels die minder lekker zijn om zo te eten. Reinetten bewaar je voor de appeltaart! Een bekende reinet is de Rode van Boskoop.
Schil de appels, verwijder klokhuizen en snij of hak ze fijn. Hoe fijner ze zijn, hoe korter de kooktijd. En jij bent weer lekker bezig! Doe de stukjes in de pan. Vul de pan nooit meer dan de aangegeven max. Als er geen streepje in de pan staat, is het maximum dat er in kan ongeveer 2/3. Voeg 1 dl water toe. Sluit de pan, breng hem onder druk en laat de appels 5 minuten garen. Laat de pan vervolgens afkoelen en open hem.
Als de appels nog niet helemaal uit elkaar gevallen zijn, kun je ze met een pureestamper fijnstampen. Niet elke appel gaart zo snel als de Groninger Seedling, die ik vaak gebruik omdat we er daarvan nu eenmaal veel hebben. Gebruik je stevigere appels, dan kun je ook de gaartijd iets verlengen. Voeg eventueel iets zoets toe, zoals honing, stukjes abrikozen of rozijnen.
Bewaartip
Maak de appelmoes als de appels ‘voor het oprapen’ liggen. Doe de – nog bijna kokende – appelmoes in schone, in kokend water gespoelde, grote potten met een goed sluitend deksel. Kook ook het deksel even. Ik gebruik vaak de potten van Hak. Vul ze tot de rand, draai het deksel er stevig op en zet de potten op de kop om af te koelen. Zo is de appelmoes lang houdbaar en kun je er het volgende jaar nog van genieten. Wecken kan ook, maar kost weer energie…