Daniel Defoe

Robinson Crusoe had voor de kust van een heel wat onherbergzamer eiland schipbreuk kunnen lijden, die dertigste september 1659, dan van dit kleine eiland in de monding van de Orinoco. Op het eiland wonen weliswaar geen mensen; dieren zijn er genoeg. Er zijn geiten en schildpadden, veel vogelsoorten, waaronder papegaaien, duiven, eenden en brandganzen en er zit veel vis. Bovendien groeien er druiven, limoenen en meloenen.

De eerste dagen leeft de hoofdpersoon uit Daniel Defoes roman van wat hij uit het schipwrak weet te redden: scheepsbeschuit, rijst, drie Hollandse kazen en vijf repen gedroogd geitenvlees. Daarna begint hij te jagen en gerst en tarwe te verbouwen. Dat graan levert overigens pas na vier jaar, waarin twee oogsten per jaar, voldoende op om brood te gaan bakken. De trossen druiven hangt hij in de boomtakken te drogen om zo over een permanente voorraad rozijnen te beschikken.

Als zijn voorraad kruit begint te slinken, gaat hij geiten houden. Dat is ook makkelijker dan er achteraan te moeten jagen en daarbij leveren ze melk, die Robinson tot kaas en boter verwerkt. Zuivelproducten zijn een welkome aanvulling op het dagmenu:  een bordvol rozijnen als ontbijt, een stuk geiten- of schildpaddenvlees als lunch, twee of drie schildpaddeneieren als avondmaaltijd en vlak voor het slapen een koekje met weer rozijnen.

Regelmatig wordt zijn rust verstoord door kannibalen, die op het strand hun schranspartijen houden. Robinson is als de dood dat ze hem zullen ontdekken en verafschuwt hun eetgewoonten. Diezelfde kannibalen leveren hem echter na 25 jaar eenzaamheid op het eiland een dienaar en vriend voor het leven; Vrijdag, die op het menu stond die dag en met de hulp van Robinson weet te ontsnappen.

Vanuit culinair oogpunt roept Robinson Crusoes relaas af en toe vragen op. Zo stelt hij op zeker moment met spijt vast dat zijn zout op is, om daar 25 jaar later weer gewoon over te beschikken. En hoe stremde hij de kaas? Wat deed het brood rijzen? In een enkel geval zijn de details wel accuraat. Bier, zo stelt hij zelf vast, kan hij niet maken omdat er geen hop op het eiland groeit. Gelukkig heeft hij een aardig voorraadje rum en andere alcoholica uit het schipwrak weten te redden en daarvan draagt hij altijd een klein flesje bij zich, voor noodgevallen.

Om een beetje in de sfeer van het eiland te blijven een Zuid Amerikaans recept met rozijnen:

 

Arroz com nozes
Gang: bijgerecht, hoofdgerecht
Keuken: veganistisch
Porties: 6
Auteur: Elsje de Ruijter
Ingrediënten
  • 1,5 liter water
  • 500 gram rijst
  • 2 eetlepels zout
  • 1 klontje boter of olie
  • 60 gram boter of olie
  • 1 ui fijngesneden
  • 1 blikje maïs
  • 250 gram champignons in plakjes gesneden
  • 150 gram rozijnen
  • scheutje water
  • 150 gram walnoten gemalen
  • 6 hele walnoten
  • stukjes boter of olie
Bereiding
  1. Breng het water aan de kook en voeg rijst, zout boter/olie toe. Kook de rijst gaar en giet ze daarna af. Verhit ondertussen boter of olie in een grote, vuur- en ovenvaste pan en fruit hierin de fijngesneden ui glazig. Doe hierbij de uitgelekte maïs, in plakjes gesneden champignons en de rozijnen. Laat het geheel nog een minuut of twee fruiten, blus af met een scheutje water en doe vervolgens het vuur laag en een deksel op de pan, zodat het rozijnenmengsel nog 15 minuten kan stoven.

  2. Schep de rijst door het rozijnenmengsel, druk het geheel een beetje plat en bestrooi met de gemalen walnoten. Versier de schotel met enkele hele walnoten en een paar stukjes boter of druppels olie en plaats hem vijf minuten onder de grill.

Notities

Serveer hierbij een tropische salade.

 

Salade de alface tropical
Gang: bijgerecht, salade, voorgerecht
Porties: 6
Auteur: Elsje de Ruijter
Ingrediënten
  • 1 krop sla
  • 3 tomaten
  • 1 klein blikje ananas
  • 1 eetlepel slagroom
  • 0,5 citroen
  • zout
Bereiding
  1. Was een krop sla en sla hem uit. Scheur de bladeren in stukken, snijd de tomaten in partjes en laat het blikje ananas uitlekken. Meng voor de saus slagroom, het sap van de citroen met wat zout. Doe alle ingrediënten in een kom en schep de saus erdoor.

 

Deze tekst is in september 1998 gepubliceerd in de Volkskrant