Blauwe bessen

In Scandinavische landen is de Blauwe Bosbes (Vaccinium myrtillus) veel algemener dan in Nederland. Misschien wel simpelweg omdat er meer bossen zijn. In de winkels daar zijn speciale bakjes te koop, waarmee de rijpe bessen van de plant kunnen worden gerist. De bakjes zien er uit als hoosbakjes, waarmee je water uit een boot schept, met een grove kam aan de onderzijde. De werking is als die van een luizenkam; al zijn de ‘luizen’ in dit geval lekkere bosbessen.

De grotere bessen die hier vaak als bosbessen worden verkocht, zijn wel familie maar ze horen hier niet van nature thuis. Deze knikkergrote blauwe bessen komen oorspronkelijk uit Noord-Amerika en worden nu in Nederland gekweekt. In de flora van Heijmans, Heinsius & Thijsse worden ze Trosveenbes (V. corymbosum) genoemd. Naast het feit dat de bessen in trossen groeien en niet allemaal los aan een takje zitten, is het belangrijkste verschil met de Blauwe Bosbes de grootte van de struik. Trosveenbessen groeien aan struiken die wel vier meter hoog kunnen worden, bosbessen aan kuithoge. Die beide verschillen maken Trosveenbessen natuurlijk makkelijker te oogsten. De opbrengst per hectare zal ook wel hoger zijn.

De blauwpaarse kleur van de bessen werkt als een soort lakmoespapiertje; in een zuur gerecht worden de bessen roder, in een basisch blauwer. Eigenlijk net als rode kool, die soms zo blauw kan zijn na het koken dat je je afvraagt waarom hij niet blauwe kool heet. Wie niet rood-groen kleurenblind is en wel eens een cake met bakpoeder en blauwe bosbessen of trosveenbessen heeft gemaakt, kan het zijn opgevallen dat de bessen een groenige kleur kregen. Dat komt doordat het natriumbicarbonaat in bakpoeder het mengsel basischer maakt. Daardoor worden de bessen nog blauwer dan ze al waren en in combinatie met de gele tinten van andere stoffen kleuren ze groen. Dat oogt een beetje griezelig.

Blauwebessenpannenkoekjes
De bessen behouden hun kleur wanneer ze worden verwerkt in onderstaand recept voor pannenkoekjes. Lekker als nagerecht, zowel warm als koud. Indien de pannenkoekjes warm worden geserveerd, schep er dan een bolletje chocolade-ijs naast.
Gang: nagerecht
Porties: 24 stuks
Auteur: Elsje de Ruijter
Ingrediënten
  • 3 eieren
  • 150 gram bloem
  • snufje zout
  • snuf vanillesuiker of -poeder
  • 200 ml volle melk
  • boter
  • 400 gram blauwe bessen
  • poedersuiker
Bereiding
  1. Splits de eieren en maak van dooiers, bloem, zout, vanillesuiker en melk een dik pannenkoekenbeslag. Sla de eiwitten stijf en spatel ze voorzichtig door het beslag. Verwarm boter in een koekenpan en doe hierin 3 kleine porties beslag. Zo heb je voldoende beslag voor 24 pannenkoekjes. Beleg de rondjes onmiddellijk met de bessen en bak de pannenkoekjes op laag vuur aan een kant, tot het deeg is gestold. Maak haast met bakken, want het beslag loopt snel 'terug'. Schep de pannenkoekjes voorzichtig uit de pan op een bakplaat en schuif ze vervolgens in een voorverwarmde oven. Bak ze op 200ºC in 10 minuten gaar. Voor het opdienen bestrooien met poedersuiker.

 

Deze tekst is gepubliceerd in de Volkskrant van 12 augustus 2002