Als u dit stukje leest behoort in ieder geval niet tot de kleine groep mensen die geen interesse heeft voor voeding, anders dan in de maag. Uit de Voedingsmonitor, het tweejaarlijks onderzoek door het instituut voor consumentenonderzoek SWOKA, blijkt dat 25 procent van de ondervraagden zeer geïnteresseerd is in onderwerpen over voeding. De meesten hiervan zijn jongeren en vrouwen, al dan niet met kleine kinderen, en mensen met specifieke voedingsgewoonten, zoals vegetariërs. Vijftien procent interesseert het niets.

Weinig mensen blijken bij aankoop rekening te houden met de gevolgen van de productie van het voedingsmiddel voor milieu, het welzijn van dieren en de derde wereld. Men is wel bereid meer te betalen voor producten die een gezond imago hebben, zoals ‘functional foods’ en biologische producten. Ook is een deel van de consumenten bereid ‘eerlijke’ koffie en thee te kopen. Men weet echter niet welke dat zijn. Max Havelaar, het keurmerk voor eerlijk verhandelde koffie en thee (en bananen en cacao) timmert blijkbaar niet voldoende aan de weg.

Het onderzoek werd gedaan in juni, ten tijde van de dioxineaffaire in België. Ruim de helft van de ondervraagden zegt daardoor geen kip of ei te hebben gegeten. Zij zullen bijgedragen hebben aan de stijging van de verkoop van vleesvervangers. Volgens de Nederlandse Vegetariërsbond zijn in het derde kwartaal van 1999 17 procent meer vleesvervangende producten verkocht dan in dezelfde periode in 1998. Daar staat tegenover dat dus 40 procent van de consumenten zich niets van de dioxineaffaire heeft aangetrokken en rustig eieren is blijven eten, net als de Belgische premier.

Deze tekst is gepubliceerd in de Volkskrant van 12 januari 2000