Verse peulvruchten

Nu de maand juli bijna ten eind loopt willen we hem uitroepen tot ‘maand van de verse peulvruchten’. We denken dan aan kapucijners, doperwten en tuinbonen. Achter elk van deze groenten zit een verhaal.

Kapucijners danken hun naam aan de overeenkomst in kleur van hun velletje met de pij van de Capucijnen. Deze monniken waren, op hun beurt, vernoemd naar hun mantel. Capuccio betekent mantelkap. Gek en verwarrend genoeg schrijf je de naam van de peulvrucht officieel met een K. Ze worden meestal gegeten met gebakken uien, stroop en spek.

Erwten hebben ook iets met monniken en wel met een Tjechische. Deze monnik, genaamd Gregor Mendel, was geen Capucijn maar Augustijn en woonde in een klooster in Brno. Hij onderzocht rond 1860 bepaalde eigenschappen, zoals vorm en kleur, van de erwt en legde met de uitkomsten van 8 jaar onderzoek de basis voor de erfelijkheidswetten. Niet dat hij geloofd werd, nee. Pas in 1900 kwamen onafhankelijk van elkaar drie biologen tot dezelfde conclusies. Rauwe erwten zijn heerlijk door een salade, dan proef je goed hun ietwat zoete smaak.

Tuinbonen hebben niets met monniken, wel met de dood en met gekte. De boon vervulde een belangrijke rol bij de Romeinse rouwceremonies en vervult een soortgelijke rol nog steeds in o.a. het Midden-Oosten, India en Mexico. De wijsgeer Pythagoras verbood zijn volgelingen tuinbonen te eten omdat de boon de zielen van de doden in zich zou dragen.

‘Hij is in de bonen en plukt erwten’ of ‘hij is lelijk in de bonen’ heeft waarschijnlijk ook alles met tuinbonen te maken. Volgens een oud volksgeloof brengt een akker bloeiende tuinbonen iemand aan het malen. Tuinbonen zijn overigens een van de weinige gewassen die niet vanuit de Nieuwe Wereld naar Europa zijn gehaald door de ontdekkingsreizigers, maar andersom juist meegenomen werden. Ze zijn nu net zo populair in Mexico en Brazilie als in Europa.

Hoewel tuinbonen vanouds gekookt gegeten werden met het bittere bonekruid, zijn ze heerlijk met iets zoets. Al jaren is in onze familie een recept met tuinbonen en dadels zeer in trek. Het komt uit een Prisma-pocket, dat ‘Vegetarisch kookboek’ heet en een vertaling is van ‘Complete vegetarian recipe book’ van Ivan Baker.

 

Oosterse tuinboontjes
Gang: bijgerecht
Porties: 4
Auteur: Ivan Baker
Ingrediënten
  • 500 gram gekookte, jonge tuinbonen
  • 2 bananen
  • 4 dadels
  • 2 uien
  • boter
Bereiding
  1. Snij de uien in plakken en fruit ze langzaam in de boter. Snij de bananen in plakken en voeg ze toe als de uien lichtbruin zijn. Hak de ontpitte dadels fijn en voeg ze toe. Laat alles 3 minuten stoven. Voeg dan de gekookte tuinbonen toe en warm ze goed door. Serveer met rijst.

 

Deze tekst is in juli 1999 gepubliceerd in de Volkskrant