Er zijn speciale kiemsetjes voor te koop bij natuurvoedingswinkels, maar een doodeenvoudige, witte diepvriesdoos voldoet ook. Binnen vier tot zeven dagen kweekt u zó uw eigen spruitgroente. Zeker in de wintermaanden is dat een welkome aanvulling op de verkrijgbare seizoengroente.
Doe een bodempje bonen in een plastic doos. Neem geen transparante doos, want daarin verkleuren de kiemen. Zet de bonen 24 uur in de week en giet daarna het water af. Doe het deksel op de doos, maar sluit het niet helemaal. De jonge spruiten moeten kunnen ademen. Spoel nu één of twee maal per dag de bonen met koud water af – afhankelijk van de luchtvochtigheid in de keuken – en zie ze uitlopen. Verwacht geen mooie rechte spruiten; in de diepvriesdoos groeien de kiemen alle kanten uit, maar de smaak is er niet minder om. Vlak voordat er blaadjes aan de kiemen ontstaan, kunnen ze worden gegeten. Komt het dan nét ongelegen, dan kunnen ze in de koelkast nog wel een paar dagen worden bewaard. De kou remt hun verdere groei.
De bekendste spruitgroente is taugé, de kiem van de kleine, groene mungboon. De boon is verkrijgbaar in natuurvoedingswinkels en toko’s. Bij de laatste worden ze vaak verkocht onder de naam katjang idoe. Koop hele bonen. Net als spliterwten worden mungbonen ook gepeld en gespleten verkocht. Ze zijn hun groene huidje dan kwijt, ze zien ongezond geel en ze zullen nimmer kiemen.
Als het kweken van eigen taugé naar wens is verlopen, probeer dan eens andere bonen. Maak eens zelf alfalfa, het ontkiemde zaad van luzerneklaver, en ook een peulvrucht. Of neem kikkererwten, groene erwten (de hele dus), groene linzen, adukibonen en zwarte bonen. Ook zaad van koolachtigen, zoals dat van zwarte mosterd, kan worden gekiemd. Voor wie houdt van een beetje scherpte.
Overgiet de kiemen voor consumptie altijd met heet water of stoom ze kort. Dat verhoogt de verteerbaarheid en maakt eventueel aanwezige giftige stoffen onschadelijk. Probeer geen limabonen te kiemen, of u moet uw disgenoten willen vergiftigen. De grote, witte limabonen bevatten namelijk stoffen die blauwzuur kunnen vormen, zoals trouwe lezers van deze rubriek inmiddels weten. Kleine hoeveelheden limaspruiten kunnen misschien geen kwaad, maar voorkomen is beter.
- 4 zalmforelfilets met vel
- 1 stronk paksoi
- 100 g gemengde noten
- 2 el olijfolie
- 100 g taugé
- 1 el ketjap manis
- peper
- zout
-
Bestrooi de zalm met peper en zout. Snij de paksoi in smalle repen. Hak de noten grof.
-
Verhit een eetlepel olie en bak de zalm 2 min. aan de kant zonder vel. Draai de zalm om en bak 3 min. op het vel, totdat dit krokant is.
-
Verhit een eetlepel olie in een wok en roerbak de paksoi en de taugé gedurende 3 min. Voeg ketjap toe en roerbak nog 2 min. door. Schep de noten erdoor en verdeel de groente over 4 borden. Leg er een stuk zalmfilet bovenop met het vel naar boven.
Lekker met rijst.
Deze tekst is gepubliceerd in de Volkskrant van 10 februari 2003